- Dit nu bedoelen wij, als wij het avondmaal des Heeren ontvangen:
Wij belijden dat Jezus Christus de Heere is; wij willen Zijn onderdanen zijn,
en wij stellen onszelf onder Zijn heerschappij;
wij belijden dat Hij een bekwaam Geneesheer is,
en wij willen Zijn patiënten zijn, terwijl ons vast voornemen is Zijn voorschriften op te volgen.
Wij belijden dat Hij een getrouw Pleitbezorger is,
en wij willen Zijn cliënten zijn, terwijl wij besluiten in alles naar Zijn advies te handelen.
In één woord, aan dit avondmaal belijden wij,
dat wij ons het Evangelie van Christus niet schamen, en evenmin het kruis van Christus.
In dit Zijn Evangelie is alles besloten; wij kennen het als een kracht Gods tot zaligheid, een iegelijk die gelooft en hebben dit zelf aan onze zielen ondervonden (Matthew Henry)
- Door iets te doen wat boven het gewone gebruik uitgaat, dwingt God ons tot bewondering van
Zijn macht. Als wij onder dit voorwendsel Gods macht bespotten,
omdat ze ons niet gewoon voorkomt, zijn wij dan niet méér dan onbeschaamd?
(Calvijn over Genesis 3 : 1)
- Dat aan de mens de voornaamste plaats werd gegeven onder de schepselen,
was reeds iets groots, maar veel heerlijker nog was deze waardigheid,
dat hij zijn Maker, zoals een zoon zijn vader, door gelijkenis weergaf (Calvijn over Genesis 5 : 1)
- Het is de grootste rijkdom om geen behoefte te hebben aan rijkdom (Chrysostomus)
- Het is voor de goeden, die onrechtvaardig gekweld worden, een wonderzoete troost te horen
dat hun lijden, dat zij zwijgend ondergaan, vanzelf voor Gods aangezicht komt
om wraak te eisen (Calvijn over Genesis 4 : 10)
- Waar oprechte genade is, zal men altijd in tederheid begaan zijn met de ziel van de ander.
Als iemand echt een kind van God is, zal er altijd ijver zijn voor de eer van de Vader (J.C. Ryle)
- Hebt gij dat boekje wel eens gezien met zijn vier bladzijden?
Ik heb hier voor mij liggen. Woorden staan er niet in geschreven.
De omslag is zwart, pikzwart.
De tweede bladzijde is rood, bloedrood.
De derde bladzijde is wit, wit als sneeuw.
En de laatste bladzijde is geel, goudgeel.
Kunt gij dit boekje zonder woorden lezen? Luister maar.
Zwart, zwart door de zonde, zwart als de tenten van Kedar.
Rood, rood het bloed van Christus, dat reinigt van alle zonden.
Mijn Liefste is blank en rood en Hij draagt de banier boven tienduizend.
De zwarte zondaar gewassen in het rode bloed, is wit als sneeuw en reist nu
naar de stad met zijn goudgele straten. Haar straten zijn van goud.
Zwart als de tenten van Kedar en toch lieflijk als de gordijnen van Salomo (ds. I. Kievit)
- Hij verwaarloost de menselijke zaken niet; niet alleen waakt Hij over het heil van de gelovigen,
maar even goed let Hij op de slechtheid van de goddelozen (Calvijn over Genesis 11 : 6)
- Aardse rechters houden zich zoveel mogelijk slapend, als geen aanklager hen wakker schudt,
maar God wordt (ook al zwijgt de verongelijkte) door onrecht zelf tot straffen gedrongen
(Calvijn over Genesis 4 : 10)
- Als tegenwoordig de zeden der mensen bedorven zijn, en de hele manier van leven zo
verkeerd is dat de rechtschapenheid allerzeldzaamst is, toch was de verwarring in de tijd van
Noach nog afschuwelijker en verschrikkelijker, die in het dienen van God en het betrachten
der rechtvaardigheid niet één metgezel had (Calvijn over Genesis 6 : 9)
- Laten we ons vast voornemen meer over de Bijbel te mediteren.
Het is een goede zaak om, als we de wereld intrekken, twee of drie teksten met ons mee te
nemen om daar over na te denken iedere keer dat we daartoe de gelegenheid hebben.
Daardoor worden we voor ijdele gedachten bewaard en dringt hetgeen we die dag gelezen
hebben dieper door.
Daardoor wordt onze ziel voor slechte dingen bewaard.
Onze gedachten worden erdoor geheiligd en verlevendigd en zo wordt voorkomen dat ze worden
als een vijver waar de kikkers gedijen maar de vis sterft (J.C. Ryle)
- Vanaf het begin is het aan de sacramenten eigen geweest dat ze strekken tot versterking
van het geloof. Want in het verbond ligt immers de belofte opgesloten
waaraan het geloof moet beantwoorden (Calvijn over Genesis 9 : 12)
- Mensen zijn, als alleen met hen rekening wordt gehouden, niet waardig dat God voor
hen zorgt, maar omdat zij het Beeld van God dragen, acht Hij Zichzelf in hun persoon
geschonden (Calvijn over Genesis 9 : 6)
- Het is alleen Gods werk het geloof te verwekken en te volmaken, en in het bepalen van de
middelen daartoe heeft Hij de vrije keus (Calvijn over Genesis 9 : 12)
- Het is een heilige vreesachtigheid die uit geloofsgehoorzaamheid voortkomt.
Laten wij het er dus voor houden dat Noach uit heilige voorzichtigheid niet tot het genieten van
de natuur is overgegaan, zolang niet Gods stem hem daartoe uitnodigde
(Calvijn over Genesis 8 : 15-16)
- De schepping van de gehele wereld kostte de Heere maar een enkel woord,
maar de herschepping van een zondaar kostte Gods Zoon het leven (Thomas Watson)
- Gods heiligen zijn menigmaal van troost ontbloot.
Dat komt niet doordat God het hen onthoudt, maar omdat zij deze afwijzen.
Dat komt doordat zij deze troost, hoewel Hij deze hen aanbiedt, niet willen hebben.
Zij handelen als David, toen hij zei: Mijn ziel weigerde getroost te worden.
Hij was net als een ontevreden kind, dat zijn melk niet wil drinken, omdat die niet in een
gouden beker wordt aangeboden.
Wij zijn vaak precies zo gesteld. Omdat de Heere niet voor ons doet hetgeen we graag
willen hebben, willen we niets hebben.
Dit zijn de voornaamste belemmeringen op onze weg en ik zou er nog vele aan toe kunnen
voegen (Thomas Hooker)
- Laten wij uit dit voorbeeld leren te steunen op Gods Voorzienigheid,
ook al schijnt Hij zeer vergeetachtig te zijn; want ten laatste zal het uit de betoning
van Zijn hulp blijken, dat Hij ons gedachtig is geweest (Calvijn over Genesis 8 : 1)
- Deze vroomheid was als een goede en liefelijke reuk voor God,
zoals men vindt in Psalm 116 : 12: 'Wat zal ik de Heere vergelden voor alles wat Hij mij
heeft bewezen? Ik zal de kelk van het heil opnemen en de
Naam des Heeren aanroepen (Calvijn over Genesis 8 : 12)