Rubriek: Van overzee
Nee, het is niet spiegelglad hier. Integendeel. Het is nog volop zomer waar we wonen. De dagen worden echter wel korter en de nachten langer. We vliegen daarheen. Als we dan maar op de Weg mogen zijn.
Het is alweer vele jaren geleden, begin juli 1975, dat ik een weekbeurt in Almelo vervullen zou. Mijn vader vertelde me dat hij ook zou komen. Hij had al eerder gezegd dat hij, zo gauw als dat mogelijk was, mij eens zou komen beluisteren. Ik protesteerde, want ik zag tegen hem op. Maar ik weet nog goed wat hij toen tegen me zei. Allereerst wat hij van zichzelf zei: ‘Ach jongen, moet je dáárvoor bang zijn?’ Hij was immers in eigen oog maar een gebrekkige prediker. Het tweede wat hij zei was: ‘En je moet toch je beentjes breken’.
Ik hoop dat u die uitdrukking begrijpt. Iemand die zijn benen breekt, moet immers geholpen en gedragen worden en kan zichzelf niet redden. Benen breken is wel pijnlijk, vooral voor ons vlees, maar is toch wel nodig. Daar wil de Heere Zijn volk en knechten hebben. ‘Zonder Mij kunt gij niets doen’, heeft de grote Leermeester tegen Zijn discipelen gezegd. Dat is wel een moeilijke les, die steeds weer herhaald moet worden, want leren zullen we het hier nooit.
Lastdragers
Het mocht die avond in Almelo meevallen. In de kerk zat een liefhebbende vader, die zelf maar een gebrekkig dominee was, mee te zuchten. Van zo iemand heb je geen last, wel gemak. Zulke lastdragers hebben we zo nodig. Mensen die vóór elkaar zuchten, niet tégen elkaar. De Heere zegt in Zefanja 3 : 12: ‘Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen’. Toen ik een stichtelijk woord begon te spreken, voelde ik me, ik moet het eerlijk zeggen, als een arend die wijd zijn vleugelen mocht uitslaan. Voorgaan was vaak een vermaak. En dat is het nog! Maar nu is het vaak benen breken, overeind geholpen worden, struikelen, soms even opgetild worden, om daarna weer te vallen. Als het toch géén eenzijdig Godswerk was, ook in de ambtelijke bediening, dan zou er geen verwachting zijn. Aärons en Hurs kunnen je opdragen in het gebed. Maar de grote, verhoogde Koning draagt en redt, ook als we weer eens met gebroken benen niet meer weten voort te gaan. Opdat Zijn kracht in hun zwakheid volbracht zou worden.
Tropische storm
U heeft het misschien wel gelezen: een hevige, tropische storm heeft hier grote schade aangericht, vooral in het zuiden van Amerika, maar ook in New Jersey, de staat waar we wonen. Er zijn heel wat slachtoffers gevallen en de schade is groot. In Franklin Lakes was er juist die avond kerk. Degenen die het gewaagd hadden te komen, kwamen soms vele uren later thuis, in één geval zelfs in de vroege morgen van de volgende dag.
De zondag ervoor hadden we in Clifton het Heilig Avondmaal mogen bedienen en de Heere gaf een bijzondere dag. De tekst voor de bediening was Psalm 45 : 3: ‘Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid’. De Heere was kennelijk in het midden, ook ’s avonds. Dat gaf verwondering. Maar daar volgt vaak wel wat op, meestal iets waardoor je weer je benen moet breken. De storm had namelijk ook ons huis niet onbeschadigd gelaten. Gelukkig was het alleen materiële schade. Wat is een mens dan nietig bij het geweld van zo’n storm.
Zijn trouw
Bij alle schuddingen in je leven blijft er echter de onbezweken trouw van Sions Koning over voor een in zichzelf vreesachtig volk. Houd dan maar moed, klein kuddeke. Hij zorgt voor Zijn Kerk. Want Hij zorgt voor Zijn eigen eer. Dat mocht hoop geven in de zo bange tijd die we met elkaar beleven.
‘De vijand rukt vast aan, met opgestoken vaan’.
Er wordt druk uitgeoefend op de kerk en op de school. Het is wellicht het begin van een grote verdrukking. De Heere mocht maar bij elkaar brengen om Hem aan te lopen voor kracht, moed en getrouwheid. ‘Hij komt, Hij komt, om ‘d aard’ te richten’. Christus getuigt het Zelf: ‘Ja, Ik kom haastiglijk’. En de bruid antwoordt: ‘Amen. Ja, kom, Heere Jezus’.
Mag dat ook uw verwachting en uw uitzien zijn? Dan zullen ze altijd bij Hem zijn. Nooit meer zondigen, nooit meer afdwalen. Dan zijn ze zichzelf kwijt en mogen ze volmaakt doen wat hier hun begeerte geworden is: Hem prijzen. Om Hem voor Zijn goedheid eer te geven.