Serie: Transgenderisme in Bijbels licht (slot)
In het hele denken over gender en transgender is een belangrijke vraag: wat is onze identiteit? Wordt die identiteit vooral bepaald door onze geslachtelijkheid of ligt ze verankerd in meer aspecten?
Zijn wij als mens niet allereerst een schepsel van God? En moeten wij, die onszelf christenen noemen, niet allermeest onze identiteit in Christus zoeken? Dat leidt niet tot goedkope antwoorden, maar geeft wel grond onder onze voeten. Daarop richten wij onze aandacht in dit afsluitende artikel.
Verlossing in Christus
Er loopt een diepe breuk door ons leven: een breuk tussen God en onze ziel.
Het is deze radicale breuk die allerlei andere breuken met zich heeft meegebracht. We zijn niet alleen vervreemd van God, maar ook van elkaar, van de schepping (‘de natuur’) en van onszelf. Maar nu wil God in Christus die kloof overbruggen en die breuken helen.
In dat licht mogen we ook Gods wet bezien. Ze staat in het kader van het genadeverbond, zoals blijkt uit het opschrift boven de wet (Ex. 20 : 2). Ook de Heidelbergse Catechismus behandelt de Tien Geboden vooral in het laatste stuk, het stuk der dankbaarheid. We moeten daarom altijd met twee woorden spreken, ook als we te maken hebben met de nood van genderdysforie. Er is verlossing in Christus Jezus voor allen die met hun nood en zonde bij Hem leren schuilen. Het is de verlossing die wij allen nodig hebben (Rom. 3 : 23). In Christus ligt de identiteit die wij moeten en mogen leren zoeken.
Alleen voor ware gelovigen?
Nu zou gevraagd kunnen worden of Gods wet alleen geldt voor hen die door Christus verlost zijn en zich Zijn eigendom mogen weten. Het antwoord op die vraag luidt ontkennend. Salomo zegt: ‘Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen’ (Pred. 12 : 13b).
De Heere heeft recht op ons aller leven. En wie met alle schuld en tekort zoekt om naar Zijn Woord te leven, is er zelf ook goed mee. Ook los van haar functie als leefregel der dankbaarheid voor Gods kinderen heeft de wet een heilzame betekenis voor mens en maatschappij. Ze heeft bovendien een pedagogische functie. Ze wil ons laten zien hoe weerbarstig ons hart is en hoezeer wij een Verlosser nodig hebben. Zij is kenbron van ellende en tuchtmeester tot Christus. God plaagt ons niet als Hij met Zijn ordeningen en wetten tot ons komt. Hij wil ermee op de rechte plaats brengen. Zo worden wij uitgedreven tot Christus en mag het vandaar uit komen tot een nieuwe levenswandel.
Blijvende gebrokenheid
Is alles opgelost als we door het geloof één worden met Christus? Ben je dan opeens een heel ander mens? Dat zou een misverstand zijn. Verzoekingen horen bij het leven en zeker bij het leven van een christen. Dat betekent een levenslange worsteling om rein te leven voor Gods aangezicht. Echter, wie naar heiligheid verlangt, mag zich getroost weten met de wetenschap dat de Heere ook volharding wil geven in het weerstaan van de verzoekingen. Deugden als aanvaarding, volharding, geduld, moed en hoop zijn onmisbaar in de strijd, ook bij de eenzame, innerlijke strijd die genderdysforie met zich meebrengt. Het werk van Gods Geest is nodig om ons te oefenen in de deugden die de Bijbel ons voorhoudt, aldus dr. ir. H. Jochemsen. Die deugden kunnen ons in moeilijke omstandigheden moreel dragen en ons helpen om verantwoorde beslissingen te nemen. Deze deugden komen, Bijbels gesproken, samen in de deugd van de zelfverloochening. In zijn ‘Institutie’ noemt Calvijn zelfverloochening ‘de kern van het christelijke leven’, een genade die onder meer tot uiting komt in het dragen van het kruis achter Christus aan.
Bijbelse bewogenheid en liefde
We willen afsluiten. Juist vanuit Bijbelse bewogenheid kunnen wij niet meegaan met de seculiere wind die er alom waait. De tolerantie van vandaag lijkt zo liefdevol, maar is ten diepste vaak een gebrek aan wezenlijke liefde en echte belangstelling voor de ander. De transgenderideologie ontneemt een mens alle houvast en werpt hem terug op zichzelf. Alleen in Christus en in het werk van Gods handen ligt ons leven vast. Laten we daarom niet op ons gevoel afgaan, maar leven bij de waarden en normen van Gods onveranderlijk Woord!