Waarom evangeliseren?

Gelezen in: Veluwse Kerkbode
Datum: 1-10-2021
Auteur: ECP

Deze vraag komt regelmatig tot mij. ‘Denkt u nou echt dat het helpt om op straat te gaan staan? U kunt toch geen mensen veranderen! En alle mensen in Nederland kunnen het toch weten? In iedere stad of dorp staat een toren en de toren wijst overal naar boven. Dat is de plaats waar God is’.

Op de markt komt de visboer bij me. Hij zegt: ‘meneer, de mensen hebben liever mijn vis dan uw geloof. Kijk maar’. En dan staat er bij hem een rij en bij ons niemand. En mensen die deze dingen zeggen, willen ook voor christen doorgaan.

De wereld zegt: ‘meneer, ik laat me graag verrassen, juist nu in dit leven, en dat doe ik ook straks na de dood. Waarom moeten we alles van te voren weten? Nee, u neemt het veel te zwaar op’.

Waarom dan toch evangeliseren?

Nou, omdat ik geloof dat het leven geen spelletje is. En iedereen die gelooft dat de Bijbel waar is, daag ik uit om eens een uur met de Bijbel op schoot te gaan zitten en na te denken over wat de Bijbel zegt over hemel en hel. Binnen honderd jaar bent u op één van die twee plekken. De Bijbel zegt dat ons niet kunnen voorstellen hoe heerlijk, hoe groot het in de hemel zal zijn. Als we dat goed bedenken, zouden we alleen daarom al gaan evangeliseren. Immers, we zouden toch onze naaste liefhebben als onszelf. Maar de Bijbel spreekt niet alleen over de hemel. Jezus Zelf spreekt ook over de hel. Er is geen ontkomen aan. Eén van de twee bestemmingen wordt of is uw plaats. Jezus zegt: ‘Wie niet gelooft, is alrede veroordeeld’. Bedenk dan ook eens hoe het in de hel zal zijn. De Bijbel zegt: diepe duisternis, zonder God, zonder licht, grote eenzaamheid, angst en pijn.

We kunnen ons (net zoals bij de hemel) nooit voorstellen hoe dat precies zal zijn. En misschien is de hel wel de plaats waar uw buurman binnenkort naar toe gaat.  Heeft u wel eens iets tegen hem gezegd, dat er nu nog redding mogelijk is?

Maar de echte reden om te gaan evangeliseren is dat we de Heere Jezus liefhebben en daarover niet kunnen zwijgen. Hij wil niet dat één van u verloren gaat. Hoe lang kwetsen we Zijn liefde nog door ons gedrag? Zijn geduld is taai, maar het raakt een keer op. We gunnen satan er niet één. Maar hopen en bidden door de bewogenheid met mensen dat ze allemaal tot bekering komen.

‘k Zal Zijn lof zelfs in de nacht

Zingen daar ik Hem verwacht.

En mijn hart, wat mij moog’ treffen

Tot de God mijns levens heffen.