Jona’s onderwijs in de weg van behoud

Gelezen in: De Saambinder
Datum: 16-9-2021
Auteur: ds. C.A. van Dieren

Bijbelstudie Jona (6)

‘Voorts zeiden zij tot hem: Wat zullen wij u doen, opdat de zee stil worde van ons? Want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger. En hij zeide tot hen: Neemt mij op, en werpt mij in de zee, zo zal de zee stil worden van ulieden; want ik weet dat deze grote storm ulieden om mijnentwil overkomt. Maar de mannen roeiden om het schip weder te brengen aan het droge, doch zij konden niet; want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger tegen hen’. Jona 1 : 11-13

De zeelieden zijn in grote nood. Tot hun ontsteltenis horen ze wie Jona is en wat er met hem aan de hand is. Deze verschrikkelijke storm overkomt hen door Gods toorn. In hun grote nood zijn ze begerig naar onderwijs en ze vragen: ‘Wat zullen wij u doen?’

Wat een voorbeeld voor ons! Zijn wij ook zo begerig? Weet u wat zo’n ongeneeslijke ziekte van kerkmensen is? Dat ze het zo goed weten. Deze mannen vragen om een middel. Dat vroegen ook de Pinksterlingen en de stokbewaarder. Dat zult u ook vragen, als God uw ogen opent en u ziet in welke nood u verkeert. In de vraag van de zeelieden lezen we ook het woordje ‘u’.

Het is om Jona, dat ze in de nood verkeren. Toch veroordelen ze hem niet. Ze roepen niet: ‘Deze man is de booswicht. Weg met hem!’

Nee, in hun vraag aan Jona ligt de vraag naar Gods wil.

Weg ter ontkoming

Dan gaat Jona spreken. God opent zijn mond en dan moet tóch gebeuren wat Jona niet wilde. De profeet wijst de mannen de weg ter ontkoming. Wat is die weg? Er moet een offer gebracht worden, wil de zee stilstaan van haar verbolgenheid. De vloek moet weg.

Wat zullen de zeelieden geluisterd hebben. Zouden ze ook gedaan hebben als Jona op de kade in Jafo gezegd hadden: ‘Mannen, jullie zijn op weg naar de eeuwigheid. Dit is jullie laatste reis….?

Wat doen wij na een ernstige preek?

Zo gaat Jona voor verslagen zielen het Evangelie verkondigen. Hij zegt: ‘Neemt mij op, en werpt mij in de zee, zo zal de zee stil worden van ulieden’. Alle schuld neemt hij op zich en hij weet dat aan het recht voldaan wordt als hij overboord gaat. Vrijwillig geeft hij zich over. Ziet u hoe hij het beeld van Christus vertoont? Méér dan Jona is hier. Christus geeft Zich over voor schuldigen, terwijl Hij Zelf onschuldig is. ‘Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven’.

Buiten Gods weg

Dan is dus alles opgelost. De zeelieden pakken Jona op en werpen hem overboord. Is dat zo? Nee, er staat hier weer dat verschrikkelijke woordje ‘maar’. Nu zijn ze zo dicht bij de oplossing, maar Jona in de zee werpen, dat willen ze niet. Uit alle macht roeien ze om aan land te komen en met behoud van Jona gered te worden.

Dat is echter een weg buiten Gods weg. Dat kan niet. Gods volk weet wel van zulke wegen. Dan wakkert de storm aan. Die wordt nóg onstuimiger tegen hen. Dan neemt de benauwdheid toe, net zolang totdat ze voor Gods weg ingewonnen worden. Alleen in die weg wordt Gods toorn gestild en wordt Hij eeuwig verheerlijkt.