ds. A. Vlietstra, 40 jaar predikant

Gelezen in: Zicht op de Kerk
Datum: 7-10-2021
Auteur: Bastiaan van Soest

Op 25 september was ds. A. Vlietstra 40 jaar predikant. Hij diende in die jaren de hervormde gemeenten van Melissant, Driesum en Katwijk aan Zee. Sinds november 2017 is hij verbonden aan Harskamp. Een gesprek in de pastorie van Harskamp over de toe-eigening van het heil, Israël en omhoog kijken.

Er zijn zeker zorgen in het kerkverband dat hem lief is, stelt ds. Vlietstra. ‘Ik zie een aantal ontwikkelingen die niet ten goede van de kerk zijn. In de prediking wordt de noodzakelijkheid van de wedergeboorte ingewisseld voor elementen die dan met de heiliging van de gemeente te maken zouden hebben, echter lós van de rechtvaardiging. Ik pleit voor een aanspreken in Adam, ons verbondshoofd, dat is waar de gemeente en kerkgangers van nature vandaan komen. Een ander aspect is dat van de toe-eigening van het heil. Ik bespeur een tendens waarin er inclusief gepreekt wordt en de noodzakelijke separatie verdwijnt. Dat zijn tendensen waarover ik me in onze eigen kerk zorgen maak, ook na 2004’.

Kerkorde

De gebeurtenissen in 2004 gaven de predikant de hoop dat er zaken hersteld konden worden. ‘Met name van zaken die in de Nederlandse Hervormde Kerk duidelijk mis waren, had dat gemoeten. Neem als voorbeeld de zesjaarlijkse stemming. Nog steeds bestaat de mogelijkheid dat de lidmaten alle bevoegdheden naar zichzelf kunnen toetrekken en zo het ambtelijk gezag ondergraven. Dat had wat mij betreft al lang uit de kerkorde geschrapt moeten worden.

Vóór 2004 heeft men dat in hervormd-gereformeerde kring altijd onder kritiek gesteld. En nu wil men bewaren waar men in die tijd tegen gestreden heeft. Zo’n zesjaarlijkse stemming vind ik principieel van aard. Laten we kiezen tussen de twee vormen die in de Schrift voorkomen. Daarbij een beroep doen op het oude hervormde verleden moet geen beroep zijn op die dingen waar de gereformeerden binnen de Nederlandse Hervormde Kerk zich altijd tegen hebben verzet’.

Schriftvisie

Het Samen-op-Weg-proces, uitlopend op de vorming van de PKN, blijft één van de dieptepunten voor ds. Vlietstra. De Harskampse predikant stelt dat de Hersteld Hervormde Kerk de wettige voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk is. ‘In die kerk was ik geroepen tot predikant. Daar heb ik niet voor bedankt. Maar ik kon niet mee naar de Protestantse Kerk. Daarom voel ik me ook niet afgescheiden. Dan had ik naar een bestaande afgescheiden kerk moeten gaan. Ik voel mij hervormd, ook in de roeping om de kerk te ontdoen van niet-gereformeerde elementen waartegen sinds 1951 al gestreden is. Neem de visie op het Schriftgezag. Als elke Schriftvisie mogelijk is, krijgt iedere mening een legitieme plek binnen de kerk. Zo wordt van alles gelegitimeerd wat tegen Gods Woord is, zoals men ziet in de PKN’.

Ds. Vlietstra pleit ook voor een blijvende heldere uitleg aan de jongere generatie over wat er in 2004 gebeurd is bij de vorming van de PKN. ‘Je merkt nu dat de opgroeiende generatie veel te weinig weet heeft waarom we in 2004 in geweten en in gehoorzaamheid aan Gods Woord niet meekonden naar de PKN, de grootste kerkelijke afscheidingsbeweging ooit in ons land. Beseft men nog wel waarom we Hersteld Hervormd zijn?’

Psalm 122

Het Joodse volk heeft het hart van ds. Vlietstra. Het verkondigen van Jezus, dat is wat er moet gebeuren, stelt hij. ‘Paulus ging tijdens zijn zendingsreizen steeds eerst naar de synagoge, betuigende uit de Schriften dat Jezus is de Christus. Dat gold voor de Joden van toen, maar ook nu. Handelingen 8 is leidend. Filippus verkondigde de Moorman Jezus. Dat doet hij vanuit het Oude Testament, uit de boekrol van Jesaja’. In Israël is de predikant zelf nog nooit geweest. ‘Misschien dat het na mijn emeritaat nog eens gebeurt, als ik dat mag beleven. Al hoop ik wel eenmaal Jeruzalem te zien, maar dan zoals Psalm 122 het beschrijft’.

Troost

Zegeningen ziet de Harskampse herder en leraar na 40 jaar ambtelijke bediening ook. ‘Om te beginnen is het een wonder dat de Heere me al 40 jaar verdragen heeft in het ambt. Die verwondering wordt alleen maar groter. Hoe langer ik in het ambt sta, hoe meer het een wonder voor me wordt dat God me wil gebruiken. Tijdens de bediening – en niet dóór mijn bediening – heeft de Heere willen werken in mensenharten. Hij is het Die mensen een ander leven wil schenken. Die wonderen gebeuren nog. De Heere houdt Zelf Zijn Kerk in stand, door allerlei kerkverbanden heen. Dat geeft een rijke troost, te midden van alles. Het is Zijn Kerk en het zal Hem nooit uit de hand lopen. Dat is een vaste wetenschap, een troost te midden van tegenheden in de kerk en de wereld van nu. Hij is dezelfde God Die zorgt voor nieuwe dienstknechten die op hetzelfde aambeeld mogen staan van de Schrift en de gereformeerde belijdenis. Zo beschermt, onderhoudt en bouwt God Zijn Kerk, door de bediening van het Woord en de toepassing van de Heilige Geest’.

Hoe de predikant naar de toekomst kijkt?

‘Omhoog kijken’, klinkt zijn directe en resolute antwoord. ‘Vooruit kijken is omhoog kijken. De toekomst is in Gods hand. Bij alle zorgen die ik zie, is er maar één weg: het kijken naar omhoog en het verwachten van God, Die Zijn Kerk in stand zal houden’.